HET STATION WAAR GELD IN ZIT

 

V E R O N I CA is na negen jaar nog steeds geen zinkend schip, maar nog altijd een zilvervloot.

 

 

Sinds 15 oktober 1959 duiken min of meer regelmatig berichten over de piratenzender Veronica in de kranten op. Op die dag besloten een aantal z.g. vrije radiohandelaren, in een rumoerige vergadering in het Amsterdamse Krasnapolsky, een commercieel zendschip voor de kust te stationeren. In het begin leken de plannen op een wild avonturenverhaal. Niemand geloofde echt in de fantastische ideeën van Henk Oswald, Lambertus Slootmans en Max Lewin om daar op de Noordzee een modern soort oliebron, de radioreclame, aan te boren. De pessimisten hebben maandenlang kunnen denken dat het toch mis zou gaan. Want van de opzet om binnen zes weken na die bewuste 15e oktober uit te kunnen zenden, kwam niets terecht. De door negentien radiohandelaren bijeengeschraapte ton bleek veel te weinig te zijn. Er waren andere, bijna onoverkomelijke moeilijkheden. Door de publiciteit waren alle autoriteiten dermate op hun hoede, dat elke kans die zij zagen om de plannen van de Vrije Radio Omroep Nederland (zoals de pretentieuze eerste naam luidde) te dwarsbomen, gretig werd aangegrepen. Voor alle stappen van de VRON probeerde douane of PTT een stokje te steken. Herhaaldelijk werden bij iemand thuis of bij grensovergangen in de route naar Embden onderdelen van de zender in beslag genomen. Via de diplomatieke diensten trachtte Nederland de Duitse regering aan te sporen om in de haven van Embden, waar het voormalige lichtschip Borkum Riff als radioschip werd ingericht, de werkzaamheden te bemoeilijken. Toen Veronica eenmaal uitzond, was er het raadsel van de stoorzender die plotseling op de eerst gekozen golflengte van 185 meter opdoemde. De PTT wees de beschuldiging van de hand dat het haar initiatief was, doch het werd een publiek geheim dat Tante Pos er waarschijnlijk toch wel iets mee te maken had. De vasthoudendheid van de Veronica-mensen, die als terriërs werkten om hun zender op zee te krijgen, ontlokte sympathie aan het Nederlanse volk, dat graag voor de underdog opkomt. Veronica werd de Robin Hood van deze tijd.

In 1960, nadat de proefuitzendingen goed waren verlopen en de programma's steeds meer enthousiasme ontvingen, verdween de ondertoon van ongeloof en ironie uit de berichtgeving over Veronica. Eind 1960, begin 1961 verschijnen in de grote Nederlandse kranten de eerste reportages over het schip dat zeven mijl voor onze kust lag. Veronica raakte ingeburgerd.

Sinds het begin van Radio Veronica zijn er speculaties gemaakt over de verdwijning.

Nog steeds lijkt het politiek een moeilijke zaak om Veronica, de grote concurrent voor de radioreclame op Hilversum I, II en III, het zwijgen op te leggen. De wetsontwerpen die daarvoor ingediend moeten worden en goedkeuring van de Kamer nodig hebben, schijnen al jaren klaar te zijn. Die wetsontwerpen moeten komen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en eventueel van Buitenlandse Zaken. Nederland heeft in 1963 met tien andere landen meegewerkt aan de conventie van Straatsburg tot bestrijding van piratenzenders ter zee en in de lucht. België, Denemarken, Frankrijk, Engeland en Zweden hebben deze conventie al bekrachtigd. De handtekening van West-Duitsland wordt op korte termijn verwacht. Deze landen verbazen zich erover dat de Nederlandse regering zo lang op zich laat wachten. Er worden wel eens vragen in de Kamer hierover gesteld. In een memorie van antwoord van 22 januari van dit jaar zegt minister Klompé: „Het verdrag van Straatsburg tot uitbanning van piratenzenders kan niet los worden gezien van een wijziging van de Telegraafen Telefoonwet, die noodzakelijk is om aan de verplichtingen van het verdrag te voldoen. De vraag hoe een en ander op verantwoorde wijze op elkaar kan worden afgestemd, vormt nog een onderwerp van beraad in de boezem van de regering". Bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat, waar de wijziging van de Telegraaf- en Telefoonwet vandaan moet komen, is men niet erg optimistisch over een vlotte gang van zaken. Het wetsontwerp moet nog behandeld worden in de ministerraden. Dit zou zeer binnenkort gebeuren. Een ambtenaar van dit ministerie vertelde: „In het verleden is het gebeurd dat in de periode zeer binnenkort mijn gezin werd uitgebreid met twee zoons. In Den Haag is het tijdsbestek zeer binnenkort uitermate rekbaar. Het kan jaren duren."

Op Buitenlandse Zaken is men optimistischer. De afdeling voorlichting meent dat de bewuste wetsontwerpen nog voor het zomerreces de Kamer zullen worden aangeboden. Dat betekent uiteraard nog niet dat dan de kous af is. Voor de wetsontwerpen aangenomen zullen zijn, zal er nog heel wat water langs de boeg van de Veronica klotsen.

 

 

 

De boot gemist

 

Van de drie avontuurlijke werkers die de eerste plannen uitwerkten, is nu niemand meer in de Veronicaleiding. Max Lewin, de man met de politieke aspiraties, viel al snel tussen de wal en het schip. Slootmans en Oswald verklaarden dat Max Lewin niet in het team paste en de man die eigenlijk als eerste de Veronicabal aan het rollen heeft gebracht (alle mannen van het eerste uur beweren met plannen rond te hebben gelopen, maar Lewin was de eerste die contact met anderen zocht om een begin te maken), werd al kort na bekendmaking van de plannen gewipt. Max Lewin, mede-oprichter van de Partij Nieuw Rechts en de Bond van Belastingbetalers, zegt in zijn politiek essay ,Tien tegen Rood' dat de oorzaak van zijn ontslag de angst van Slootmans en Oswald is dat hij hun „oneerlijke handelingen aan de kaak zou stellen". In de Veronicasage, een ,heldendicht' over onze piraat, schrijft Gerth van. Zanten dat Max Lewin onmiddellijk na de eerste vergadering in het verleden van Oswald en Sjootmans dook en daarin enige verrassingen vond. Hooggespannen verwachtingen ten spijt komen die verrassingen in het boek niet meer ter sprake. Lewin gaat er in zijn hoofdstuk ,de waarheid over Veronica' nogal rancuneus op door. De man die letterlijk de boot heeft gemist, beschuldigt Slootmans van collaboratie en Oswald van fraude. Daarmee is zijn kwaadheid nog niet gelucht, want ook de huidige directie wordt van smokkelactiviteiten beticht. Bovendien vraagt Lewin zich af waarom de justitie of de regering niet heeft ingegrepen. En dat terwijl hij zo graag als eerste een eigen radiozender op zee wilde hebben.

Ook Oswald en Slootmans hebben het als technisch en financieel directeur niet tot in lengte van dagen volgehouden. In november 1960 kwam voor Veronica het dieptepunt. Weliswaar begonnen de eerste advertentiecontracten binnen te komen, er moesten echter veel schulden worden afgelost, terwijl bijna geen der aandeelhouders meer geld kon of wilde missen. Op dat moment durfden de gebroeders Verwey de nieuwe risico's aan; zij namen alle verplichtingen èn de leiding op zich. De zaak moest gerund worden zoals zij het wilden. Zij pakten het hard en grondig aan. „Het avontuur is voorbij, nu wordt het een bedrijf," was hun mening. Zij zagen in dat binnen niet al te lange tijd de adverteerders in de rij zouden staan en

dat dat dan de twee dure tussenpersonen Hordijk en Beeuwkes die vanaf het begin voor 25 procent provisie de advertentiewerving zouden runnen, overbodig waren. Hordijk trok zich terug. Beeuwkes bleef nog twee jaar op een andere provisiebasis als advertentie-acquisiteur. De Verweys, van origine Hilversumse textielhandelaren, maar via een nevenhandel in vrije radio's van het begin af aan aandeelhouders, hebben het risico dat zij namen, uitgebuit tot een klein goudmijntje: het radiostation Veronica, waarvan mensen uit de reclame de omzet in advertentieboodschappen schatten op tien tot twaalf miljoen gulden per jaar.

 

 

Puriteinse programma's

 

Hendrik Verwey (door bijna iedereen Bul of oom Bul genoemd) is de man die zich het meest van het drietal (Dirk en Jaap Verwey nog) met de dagelijkse leiding van Veronica bemoeit. Hij vindt de schatting van twaalf miljoen omzet wel wat aan de hoge kant. „Gratis reclame voor liefdadige doeleinden is in dit bedrag niet meegerekend. En dan zijn er nog wat optelfouten." Juiste bedragen komen we niet te weten. De Verweys behouden zich het recht voor niet uit hun financiële school te klappen. Wie er naar vraagt, ziet een gemoedelijk lachend gezicht voor zich dat zegt: „Daar kan ik u helaas niets over vertellen." Hij wil wel loslaten dat er goed verdiend is en wordt. Veronica heeft daar ook anderen van mee laten profiteren en daarmee een fors stuk goodwill gewonnen. De aandeelhouders van het eerste uur hebben ruim hun deel gehad en diverse liefdadige instellingen hebben meegedeeld in het Veronicasucces. Ook in.andero opzichten gedragen de gebroeders zich als Nederlanders met het hart op de rechte plaats. Zij zijn goede belastingbetalers en ook STEMRA, de instelling die de auteurs rechten voor componist en tekstdichter int, wordt in ere gehouden. „Wij zijn kwetsbaar," stelt Bul Verwey. „Als wij wanbetalers zouden zijn, programma's zouden maken die kwetsend zijn of politieke tegenstand oproepen, dan is het gauw gedaan met Veronica. Want dan is de kreet dat krijg je met die piratenzenders' niet van de lucht. Ons doel is een commerciële zender die een zo breed mogelijke laag van het publiek bereikt. Vandaar dat wij voorzichtig, bijna puriteins in onze programmering zijn."

 

Die puriteinse programmakeuze is de aanleiding geweest van het conflict rond Neerlánds populairste disc-jockey: Joost de Draaijer, alias- Willem van Kooten. Joost is vier jaar lang programmaleider geweest, wordt wel de vader van het Nederlandse hitwezen genoemd, is uitvinder van onder andere kreten als „oengaaah" en drijft nu samen met Fred Haayen en Peter Koelewijn de bloeiende grammofoonplatenproduktiemaatschappij Red Bullet. Joost de Draaijer nam eind maart 1968 ontslag als programmaleider om Red Bullet te beginnen. „Dat was niet de enige reden," zegt hij. „Ik vond dat ik te weinig deed, te weinig ideeën uitvoerde. Ik had allerlei plannen, waar bij Veronica niets van terecht kwam. De directie was altijd zeer welwillend, maar naar mijn gevoel niet dynamisch genoeg. Daarom heb ik het initiatief in eigen hand genomen en ik ben voor mezelf begonnen. Ik bleef alleen nog als disc-jockey." Eind oktober barstte de bom van wat Willem van Kooten noemt “een cumulatie van toestanden". Hij had samen met Haayen en Koelewijn een lied van de laatste opgenomen met als belangrijkste tekstregel „Het hele zakie loopt in z'n nakie, zegt Ome Sjakie'. Dit werkje, mikkend op de verkoopcijfers die Johnny Hoes ook maakt door wat pikante bijzonderheden en een „lekkere" meedein-melodie, had alles in zich een regelrechte carnavalskraker te worden als Veronica de plaat goed zou pluggen (vakterm:voor regelmatig draaien). Dat gebeurde niet toen bleek dat de dubbelzinnigheden (die de kassa meestal goed laten rinkelen) de Veronicaleiding net iets te ver gingen. De discussie laaide hoog op en Willem van Kooten vertrok voorgoed. Ook een gekuiste versie van het gewraakte nummer kreeg geen aandacht meer van Veronica.

Bul Verwey en de opvolger van Willem van Kooten als programmaleider, Jan van Veen, bleven consequent. Het lied bleef uit de programmering.

 

 

Tamme Nederlandse leeuw

 

Jan van Veen, de forsgebouwde extraverte disc-jockey wiens werklust af en toe als een orkaan door de Veronicastudio raast, zegt: „Ik kan mij het standpunt van Bul Verwey indenken. Veronica mag geen risico lopen in opspraak te komen. Eens moet een grens getrokken worden. Veronica moet een station voor Jan en alle man blijven. Het is jammer dat zich zo'n beslissing juist om Willem van Kooten afspeelt. Gelukkig is de ruzie als zodanig nu bijgelegd. Willem en ik zijn altijd goede vrienden geweest. Hij heeft mij hierin gehaald, omdat hij uit dienst wist dat ik toen al zo'n beetje als disc-jockey experimenteerde." Ook Willem van Kooten tilt niet meer zo zwaar aan het voorval. „Achteraf voel ik mij minder bezwaard nu ik geen disc-jockey meer ben. Als ik een Red Bullet-plaat draaide die ik gewoon goed vond, dan komt van buiten af vaak de kritiek dat je je eigen platen plugt. Dat is geen gezonde verhouding."

 

 

Geen angst

 

De gebroeders Verwey en de disc-jockeys maken zich niet zo druk over eventuele dreigende maatregelen. De gevaarlijk loerende Nederlandse leeuw is voor hen in negen jaar onafgebroken zendtijd meer een vadsig huisdier geworden, dat alleen geeuwt en zich uitrekt, maar veel te bang is om de dure, geliefde vaas Veronica aan diggelen te gooien. Het optimisme voor de toekomst krijgt gestalte aan de Utrechtseweg in Hilversum, waar een kostbare nieuwe studio is verrezen ter vervanging van de oude, te klein geworden studio aan de Zeedijk waarin vroeger een begrafenisonderneming huisde. Veronica heeft bovendien een achterdeur op Mallorca. Via bij een legale zender gehuurde zendtijd worden daar twee uur per dag Engels gesproken programma's uitgezonden, gemaakt door de Veronica disc-jockeys.De reclameboodschappen van internationale bedrijven en plaatselijke adverteerders beginnen een behoorlijke omvang aan te nemen. Bul Verwey: „Onze manier van programmering, populaire, hitgevoelige muziek en reclame-spots, blijkt ook daar aan te slaan. Bij de vakantiegangers, maar ook bij de Spanjaarden. Er zijn daar goede mogelijkheden. Ik wil zeker niet beweren dat daar net zo'n markt voor ons ligt als in Nederland, maar het is een leuke zijsprong voor ons waar wel succes in zit. Overigens zie ik in Nederland bepaald nog geen donkere wolken voor Veronica. Het heeft nu al zo lang geduurd, dat ik mij nauwelijks kan voorstellen dat een verbod snel z'n beslag zou krijgen. Politiek ligt Veronica moeilijk door de grote populariteit. Bovendien is Veronica economisch erg belangrijk geworden.

 

 

De top-veertig

 

Jan van Veen vult aan: „En niet te vergeten de platenhandelaren die hun in- en verkoop in populaire singles grotendeels leiden via de Veronica-hitparade. Die top-veertig van de best verkochte singles in Nederland stellen we samen uit de verkoopcijfers van de handel. Elke week worden van honderdvijftig belangrijke handelaren er vijfenzeventig gebeld. Zij geven hun best verkopende singles op en aan de hand daarvan berekenen wij die lijst. Deze hitparade geeft een vrij zuiver beeld van de verkoop. Wij proberen die telling zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. Handelaren waarvan wij vermoeden dat zij bepaalde platen bevoordelen in hun telling, worden van de lijst geschrapt. Beïnvloeding van de telling hier door artiesten of platenmaatschappijen is onmogelijk. Ook de disc-jockeys hebben geen enkele inspraak in de volgorde. Het blijkt wel uit het feit dat wij soms alle mogelijke moeite doen om een plaat via de programma's zo te draaien dat het een hit wordt, een plaat waar we allemaal in geloven. En toch redt zo'n single het soms niet. Het zou eenvoudig voor ons zijn om het ding gewoon op die hitparade te zetten. Maar op hetzelfde moment is die hitparade niets meer waard. En het moet juist blijven wat het nu is, een ,steunpilaar', een stuk populariteit van het station. Natuurlijk zijn er mensen die vinden dat die hitparade geen zuiver beeld geeft en dat hun platen er te weinig op voor komen. Zulke kritiek is onvermijdelijk. Iedere artiest of platenmaatschappij wil er wel met tien platen op staan."

 

 

15 gulden per seconde

 

Veronica is de Nederlandse hitmaker geworden. Een plaat die van het station geen aandacht krijgt, heeft weinig kans op een hoge verkoop. Veronica heeft de concurrentie van de platenmaatschappijen onderling verscherpt, maar heeft ook belangrijk meegeholpen aan de vergroting van de omzetcijfers door het ,gerichte draaien'; de hitkansen van een plaat erin pompen door veelvuldig het nummer te laten horen. Hilversum III doet dat veel minder, omdat daar veel meer versnippering in en verschil tussen de programma's is. Ook de grotere populariteit van Veronica speelt hierbij een rol, hoewel de opkomst van Hilversum III niet onderschat dient te worden. Lange tijd dacht men in Hilversum (van programmamaker tot bestuur), dat Veronica vrijwel de hele markt in handen had. Uit de luisterdichtheid-onderzoeken blijkt anders. In augustus/september 1968 had Hilversum III een luisterdichtheid van 3,7 procent (een procent betekent plm. 85.000 luisteraars) tegen 5,7 procent Veronica. Een verschil van twee procent, maar gemeten naar de maatstaf van het aantal luisteraars naar Hilversum III had Veronica dus vijftig procent méér aandacht.

In oktober-december 1968 werd een nieuw luisteronderzoek gehouden. Daar was het verschil minder. Hilversum III haalde nu 4,6 procent tegen 6 procent voor Veronica. Nu nog een verschil van 1,4 procent; in procenten van Hilversum III uitgedrukt ongeveer 34 procent meer belangstelling. Hilversum III krijgt echter al uitschieters die meer luisteraars trekken dan op dat moment Veronica doet. Zo hebben o.a. Willem Duys. Ted de Braak en Jan Borkus zoveel luisteraars, dat zij percentages van rond 9 procent aan luisteraars halen. Veronica doet dat met de zaterdagmiddagse hitparade en houdt ook op de zondagmiddag veel pop- en sportliefhebbers aan het toestel. Over de hele linie is Veronica constanter in de cijfers, gewoon omdat de programmering constanter is. Wie Veronica aanzet, weet vrijwel altijd wat er ongeveer voorgeschoteld wordt. Bij Hilversum kan het een discussie, een dominee, een hoorspel en klassiek concert of een licht programma zijn.

Wie afstemt op de tien kilowatts die zeven mijl van Den Haag en buiten de wet de lucht ingestuurd worden, hoort lichte muziek, populaire, gezellige of grappige discjockeys, reclameboodschappen (die overdag 15 gulden per seconde kosten) en ieder „uur het nieuws en het weer". Dat nieuws wordt op Veronica, zo vermoeden ingewijden, met speciale antennes opgevangen uit het overseinen van de telexlijnen der internationale persbureaus. De Verweys ontkennen noch bevestigen dit bericht. Zij houden ervan hun geheimpjes te hebben. Net zoals de vlag in de brandkast van de kapitein op de Veronica. Zij hopen dat het nog lang zal duren voor zij dat geheim op bevel van de Nederlandse Marine aan de mast moeten hijsen!

 

Bron : Nieuwe Revu nr 17, 26 April 1969

 

Terug naar VERONICA HOME